Betekenis van:
kribben

kribben
Werkwoord
  • ruzie maken
"Als opa zijn dag niet had, kribde hij met iedereen."
kribben
Werkwoord
  • (rivier-) kribben maken
"De aannemer van het kribwerk is nog deze maand klaar met kribben."
kribben
Werkwoord
  • harrewarren; ruzie maken; kibbelen; kibbelen; kiften

Synoniemen

Hyperoniemen

krib (de ~ | meervoud kribben)
Zelfstandig naamwoord
  • voederbak; voederbak voor dieren
"het kind in de kribbe"
"je kont tegen de krib keren/gooien"

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. vaargeul (grondwerken, uitgravingen en afdichtingen van de kanalen, grondkribben, kribben en dammen, jaagpaden en inspectiewegen), oeververdedigingen, aquaducten, grondduikers, sifons, tunnels voor kanalen, uitsluitend als vluchthaven ingerichte havens;