Betekenis van:
kribbig
kribbig
Bijwoord
- onvriendelijk
"Haar kribbig gedrag is schadelijk voor de sfeer in de winkel."
kribbig
Bijvoeglijk naamwoord
- zich onvriendelijk gedragend
"Wat een kribbige reactie is dat nu weer! Slecht geslapen?"
kribbig
Bijvoeglijk naamwoord
- geprikkeld; boos; ontstemd; kregel; geprikkeld; geprikkeld; kregel; geïrriteerd; geprikkeld; geprikkeld
"ze doet altijd kribbig als ze gestoord wordt"
"een kribbige buur"
Synoniemen
- geïrriteerd
- verstoord
- gecrispeerd
- geprikkeld
- gramstorig
- ibbel
- iebel
- korzelig
- kregel
- kregelig
- kriegel
- kriegelig
- wrevelig
- kriebelig
- verbitterd