Betekenis van:
krielkip
krielkip
Zelfstandig naamwoord
- een klein soort kip
"In die ren zitten enkel krielkippen."
krielkip
Zelfstandig naamwoord
- een klein persoon
"Kleine mensen vinden het niet leuk om "krielkip" genoemd te worden."
krielkip (de ~ | meervoud krielkippen)
Zelfstandig naamwoord
- klein iemand; iets of iemand van klein formaat; klein aardappel; klein iemand; klein iemand; klein kind; klein iemand; opdondertje; mager persoon
Synoniemen
- onderkruiper
- kleintje
- kriel
- krielhaan
- onderdeur
- onderdeurtje
- onderkruipsel
- opdonder
- opdondertje
- ukkepuk
- garnaal