Betekenis van:
krijgen
krijgen
Werkwoord
- in een situatie terechtkomen
"een kind krijgen"
"een kleur krijgen"
Hyperoniemen
krijgen
Werkwoord
- verwerven, ontvangen
"Hij krijgt een boek."
krijgen
Werkwoord
- een ziekte oplopen
"Vlak voor het examen kreeg hij griep."
krijgen
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- Zal ze het vandaag af kunnen krijgen?
- Kan ik een glas water krijgen alstublieft?
- Kan ik iets krijgen om te eten?
- Ik kon geen contact krijgen met hem.
- Hoeveel eieren kon je gisteren krijgen?
- Kan ik iets te eten krijgen?
- Help me alsjeblieft met dit deksel eraf te krijgen.
- Vroeg of laat zal hij er spijt van krijgen.
- Ik kan maar geen vat krijgen op moderne sculptuur.
- Ik probeer contact te krijgen met haar zus.
- Mary en ik zijn van plan twee kinderen te krijgen.
- Men kan deze deur op geen enkele manier open krijgen.
- Je kunt het in om het even welke boekhandel krijgen.
- We krijgen waarschijnlijk niet veel sneeuw deze winter.
- Gij zult het lichaam krijgen