Betekenis van:
krijger

krijger (de ~ | meervoud krijgers)
Zelfstandig naamwoord
  • strijder in een oorlog
"een gevreesde krijger"

Hyperoniemen

Hyponiemen

krijger
Zelfstandig naamwoord
  • iemand die zich toelegt op het voeren van oorlog, met name tussen stammen
"De krijgers van de Lakota, Cheyenne en Arapho brachten Custer een gevoelige nederlaag toe."