Betekenis van:
krijgsmacht

krijgsmacht
Zelfstandig naamwoord
  • een overheidsdienst die de veiligheid bewaakt door middel van land-, zee- en luchtmacht
"De Nederlandse krijgsmacht heeft al meerdere keren bewezen dat deze goed functioneert."
krijgsmacht
Zelfstandig naamwoord
  • de totale land-, zee- en luchtmacht

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. Inspecteur-generaal van de krijgsmacht
  2. ELVO is de belangrijkste leverancier van motorvoertuigen aan de Griekse krijgsmacht.
  3. Op dit punt heeft Griekenland formeel verklaard dat […] werden geproduceerd overeenkomstig de specificaties van de Griekse krijgsmacht […].
  4. Griekenland heeft de nodige informatie verstrekt waaruit blijkt dat de garantie een lening dekte die door ELVO werd aangegaan om enkele bestellingen van voertuigen voor de Griekse krijgsmacht uit te voeren.
  5. In de gedachtewisseling voorafgaand aan het besluit tot inleiding van de procedure stelde Griekenland dat de volledige activiteit van ELVO onder artikel 296 van het EG-Verdrag valt aangezien ELVO hoofdzakelijk militaire voertuigen voor de Griekse krijgsmacht produceert.
  6. De Griekse autoriteiten deelden de Commissie mee dat de lening werd gebruikt om de productie in verband met de aankoopprogramma’s van het ministerie van Defensie te financieren, en meer in het bijzonder de productie van […] [5] voor de Griekse krijgsmacht.
  7. Sommige lidstaten kennen een visumvrijstelling voor onderdanen van derde landen van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 539/2001 die zich als lid van de krijgsmacht verplaatsen in het kader van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie of het Partnerschap voor de Vrede.
  8. Indien het gebruik van militaire middelen en vermogens passend wordt geacht, zal de samenwerking met de krijgsmacht gebaseerd zijn op de door de Raad of zijn bevoegde organen vastgestelde uitvoeringsbepalingen, procedures en criteria betreffende het ter beschikking stellen van militaire middelen en vermogens die van belang zijn voor de bescherming van de burgerbevolking ten behoeve van het mechanisme.
  9. leden van de krijgsmacht die zich verplaatsen in het kader van de NAVO of het Partnerschap voor de Vrede en die in het bezit zijn van de identiteits- en reisbewijzen die worden bedoeld in het Verdrag tussen de Staten die partij zijn bij de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie nopens de rechtspositie van hun krijgsmachten van 19 juni 1951.”.
  10. De Commissie aanvaardt het argument dat de bestelling waarvoor de leninggarantie werd verstrekt, betrekking had op oorlogsmateriaal zoals bedoeld in artikel 296, lid 1, onder b), van het EG-Verdrag en dat de garantie noodzakelijk was voor de levering van dat materiaal aan de Griekse krijgsmacht.