Betekenis van:
krimp

krimp (de ~)
Zelfstandig naamwoord
  • het inkrimpen; het kleiner worden
"iets op de krimp [kopen/maken]"
"geen krimp geven"

Synoniemen

Hyperoniemen

Werkwoord

krimp
een vervoeging van krimpen

Voorbeeldzinnen

  1. een krimp van 0,3 (±0,2) % in de dwarsrichting (volgens de methode ASTM D 1204)
  2. een krimp van 3,4 (± 0,1) % in de lengterichting (volgens de methode ASTM D 1204) en
  3. een krimp van 3,4 (± 0,1) % in de lengterichting (volgens de methode ASTM D 1204)
  4. een krimp van 0,3 (± 0,2) % in de dwarsrichting (volgens de methode ASTM D 1204)
  5. een krimp van 3,4 (± 0,1) % in de lengterichting (volgens de methode ASTM D 1204) en
  6. een krimp van 3,4 (± 0,1) % in de lengterichting (volgens de methode ASTM D 1204) en
  7. een krimp van 0,3 (± 0,2) % in de dwarsrichting (volgens de methode ASTM D 1204)
  8. een krimp van 0,3 (± 0,2) % in de dwarsrichting (volgens de methode ASTM D 1204)
  9. een krimp van 3,4 (±0,1) % in de lengterichting (volgens de methode ASTM D 1204) en
  10. Thans wordt voor 2010 een scherpe daling van het reële bbp voorspeld, gevolgd door een verdere krimp in 2011.
  11. Dit laatste groeicijfer is evenwel onzeker want in een fluctuerende economie kan een groei met 2 cijfers snel omslaan in een krimp met eveneens 2 cijfers, en vice versa.
  12. Omdat deze schokken bovendien de hele eurozone treffen, omdat aan een sterkere krimp van de economische activiteiten aanzienlijke risico’s verbonden zijn en omdat de inflatie snel afneemt, is het macro-economische beleid versoepeld.
  13. De raming berustte op een voorspelde bbp-krimp van 2 % en op een voorzichtige beoordeling van zowel de begrotingswet van 2009 als het begrotingspakket van de Spaanse autoriteiten van 27 november 2008.
  14. Tegelijkertijd maakt de omvang van de krimp van de economie die thans mag worden verwacht, het onmogelijk om het initiële traject voor de vermindering van het tekort te realiseren.
  15. In de voorjaarsprognoses 2009 van de diensten van de Commissie wordt ervan uitgegaan dat de reële bbp-groei in Letland in 2009 fors negatief zal zijn, waarbij de productie met 13,1 % zal krimpen na een daling met 4,6 % in 2008; recentere indicatoren wijzen op een nog grotere krimp in 2009, ten belope van 18 %.