Betekenis van:
krop
krop (de ~ | meervoud kroppen)
Zelfstandig naamwoord
- struik groente
"een krop sla/andijvie"
Hyperoniemen
krop
Zelfstandig naamwoord
- ronde dichte opeenstapeling van bladeren
"Heb je nog een krop sla voor me?"
krop
Zelfstandig naamwoord
- keelzak.
"Duiven kunnen voedsel vervoeren in hun 'krop'."
krop
Zelfstandig naamwoord
- aandoening van de schildklier
krop
Zelfstandig naamwoord
- bepaald soort meel: ongezeefd (ongebuild) tarwemeel met zemelen
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- Ik heb een krop in de keel.
- Bij glassla mag de krop geheel ontbreken.
- Bij glassla mag de krop minder goed gevormd zijn.
- Hierbij kan het om een krop sla of een krop spinazie of een handvol jonge blaadjes of een zak afgesneden bladeren gaan;
- 40 g wanneer de lichtste krop minder dan 150 g weegt;
- Kropsla van deze klasse moet een krop hebben, maar deze mag kleiner zijn.
- 100 g wanneer de lichtste krop tussen 150 g en 300 g weegt,
- 150 g wanneer de lichtste krop tussen 300 g en 450 g weegt;
- 150 g wanneer de lichtste krop tussen 300 g en 450 g weegt,
- 300 g wanneer de lichtste krop meer dan 450 g weegt.
- Kropsla van deze klasse moet één enkele, goed gevormde krop hebben.
- 100 g wanneer de lichtste krop tussen 150 g en 300 g weegt;
- 40 g wanneer de lichtste krop minder dan 150 g weegt,
- Ingewanden: de organen uit de borst-, buik- en bekkenholte, evenals de luchtpijp en de slokdarm, en, bij vogels, de krop.
- In alle klassen mag het grootste verschil in gewicht tussen de lichtste en de zwaarste krop in de verpakking niet meer bedragen dan 300 g.