Betekenis van:
kruin

kruin (de ~ | meervoud kruinen)
Zelfstandig naamwoord
  • plek waarvanuit haren rondom groeien
"een kale kruin"
"een kalend(e) kruin(tje)"

Hyperoniemen

Hyponiemen

kruin
Zelfstandig naamwoord
  • het bovenste deel van het lichaam dat door de hals met de romp is verbonden

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. De foto geeft het volledige hoofd weer, van de kruin tot de schouders
  2. Het hoofd, van kin tot kruin, beslaat tussen 70 en 80 % van de verticale afmeting van de foto.