Betekenis van:
kuit
kuit (de ~ | meervoud kuiten)
Zelfstandig naamwoord
- dik vlezig gedeelte aan de achterkant van het onderbeen
"de kuiten nemen"
"stevige kuiten"
Hyperoniemen
kuit
Zelfstandig naamwoord
- achterzijde van het been tussen knie en enkel
kuit
Zelfstandig naamwoord
- visseneitjes
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- kuit
- Kuit, gezouten of gepekeld
- levers, hom en kuit
- Hom en kuit
- Eieren/hom en kuit
- Kuit, vers, gekoeld of bevroren
- Vissenlevers, hom en kuit, bevroren
- Visfilets, vissenlevers, hom en kuit
- Vissenlevers, hom en kuit, vers of gekoeld
- CPA 10.20.16: Vislevers, hom en kuit, bevroren
- Kaviaar en kaviaarsurrogaten bereid uit kuit
- andere vis, met uitzondering van levers, hom en kuit
- Alle: omvat kuit bestemd voor uitbroeden, en dode dieren.
- zalmachtigen (Salmonidae), met uitzondering van levers, hom en kuit
- andere zalmachtigen (Salmonidae), met uitzondering van levers, hom en kuit