Betekenis van:
kwestie
kwestie
Zelfstandig naamwoord
- zaak, geschil, probleem
kwestie
Zelfstandig naamwoord
- toestand waarin men in ernstig conflict is met anderen
Synoniemen
- ruzie
- bonje
- disharmonie
- herrie
- kif
- kift
- onaangenaamheden
- onaangenaamheid
- onenigheid
- onmin
- stront
- trammelant
- twist
- mot
- onvrede
- heibel
Hyperoniemen
Voorbeeldzinnen
- Te zijn of niet te zijn, dat is de kwestie.
- laat ons de kwestie zonder een derde partij regelen.
- Zijn mening werpt nieuw licht op de kwestie.
- De Amerikanen hadden niets te maken met de kwestie.
- De bepalende factor in deze kwestie, is of het sociaal welzijns-plan de toestroom van immigranten kan faciliteren.
- Prealabele kwestie
- de machine in kwestie,
- CNG-onderdeel in kwestie:
- De kwestie werd onderzocht.
- de functies in kwestie.
- Artikel 167 Prealabele kwestie
- de activiteiten in kwestie;
- De maatregel in kwestie
- Deze kwestie wordt hieronder behandeld.
- De maatregelen in kwestie waren: