Betekenis van:
lade
lade (de ~ | meervoud laden, lades)
Zelfstandig naamwoord
- lade
"een la(de) doorzoeken/overhoophalen"
"de la(de) opentrekken/dichtschuiven"
Synoniemen
Hyperoniemen
lade
Zelfstandig naamwoord
- een platte uitschuifbare bak in een meubelstuk, bedoeld als bergplaats van losse voorwerpen
"Het legde het afgedroogde bestek in de ene lade en de onderzetters in de andere."