Betekenis van:
laden

laden
Werkwoord
  • (wat nodig is om te functioneren) inbrengen
"de koffers/bagage in de kofferruimte laden"
"goederen op een wagen laden"

Hyperoniemen

Hyponiemen

laden
Werkwoord
  • voorzien van het nodige om te kunnen functioneren
"een batterij/accu laden"
"een camera laden (met een filmpje)"

Hyperoniemen

laden
Werkwoord
  • van een lading voorzien
"A. Het laden van het schip duurt nog maar een halve dag."
laden
Werkwoord
  • van elektrische energie voorzien
"Op het terrein zijn aansluitpunten om de accu van uw fiets of auto bij te laden."
lade (de ~ | meervoud laden, lades)
Zelfstandig naamwoord
  • lade
"een la(de) doorzoeken/overhoophalen"
"de la(de) opentrekken/dichtschuiven"

Synoniemen

Hyperoniemen

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. De laden van de archiefkast staan open.
  2. laden van de batterij;
  3. Toegangspoort tot laden.
  4. Overladen (laden of lossen)
  5. Het laden vindt plaats:
  6. Einde van het laden
  7. Het laden vindt plaats:
  8. laden en lossen (verplaatsingsgrensvlakken)
  9. Veilig parkeren voor laden/lossen.
  10. Laden en lossen van vliegtuigen
  11. kasten met laden en kaartkasten
  12. laden bij constant vermogen gedurende t1,
  13. Laden, lossen en behandeling van de dieren
  14. de hoeveelheid over te laden blauwvintonijn.
  15. de hoeveelheden over te laden blauwvintonijn,