Betekenis van:
laden
laden
Werkwoord
- (wat nodig is om te functioneren) inbrengen
"de koffers/bagage in de kofferruimte laden"
"goederen op een wagen laden"
Hyperoniemen
Hyponiemen
laden
Werkwoord
- van een lading voorzien
"A. Het laden van het schip duurt nog maar een halve dag."
laden
Werkwoord
- van elektrische energie voorzien
"Op het terrein zijn aansluitpunten om de accu van uw fiets of auto bij te laden."
lade (de ~ | meervoud laden, lades)
Zelfstandig naamwoord
- lade
"een la(de) doorzoeken/overhoophalen"
"de la(de) opentrekken/dichtschuiven"
Synoniemen
Hyperoniemen
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- De laden van de archiefkast staan open.
- laden van de batterij;
- Toegangspoort tot laden.
- Overladen (laden of lossen)
- Het laden vindt plaats:
- Einde van het laden
- Het laden vindt plaats:
- laden en lossen (verplaatsingsgrensvlakken)
- Veilig parkeren voor laden/lossen.
- Laden en lossen van vliegtuigen
- kasten met laden en kaartkasten
- laden bij constant vermogen gedurende t1,
- Laden, lossen en behandeling van de dieren
- de hoeveelheid over te laden blauwvintonijn.
- de hoeveelheden over te laden blauwvintonijn,