Betekenis van:
laf
laf
Bijvoeglijk naamwoord
- een gebrek aan moed tonend
"Wat een verschrikkelijk laffe daad was dat!"
laf
Bijvoeglijk naamwoord
- zonder moed
"een laffe overval"
"zich laf gedragen"
laf
Bijvoeglijk naamwoord
- onaangenaam smakeloos
"Er zit een laf smaakje aan."
laf
Bijvoeglijk naamwoord
- zich door angst voor gevaar latende leiden
"een laffe overval"
"zich laf gedragen"
Synoniemen
Hyperoniemen
Voorbeeldzinnen
- SD „LAF-Velizarov i sie”