Betekenis van:
landbouwbedrijf
landbouwbedrijf (het ~ | meervoud landbouwbedrijven)
Zelfstandig naamwoord
- boerderij
"een landbouwbedrijf exploiteren"
"een modern/biologisch landbouwbedrijf"
Hyperoniemen
Hyponiemen
landbouwbedrijf
Zelfstandig naamwoord
- een type bedrijf gericht op landbouw
"In de agrarische sector wordt onderscheid gemaakt in het landbouwbedrijf en het tuinbouwbedrijf."
landbouwbedrijf (het ~)
Zelfstandig naamwoord
- verbouw van gewassen; bedrijfstak v.d. landbouw
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
Voorbeeldzinnen
- „LANDBOUWBEDRIJF
- Gewaskenmerken van het landbouwbedrijf
- Veekenmerken van het landbouwbedrijf
- Op het landbouwbedrijf
- Diversificatie naar activiteiten buiten het landbouwbedrijf
- De lidstaten delen voor elk geënquêteerd landbouwbedrijf de gemeente mee.
- werkzaamheden op het landbouwbedrijf (exclusief huishoudelijk werk) overeenkomstig de indeling:
- „instandhouding in situ/op het landbouwbedrijf”: instandhouding en ontwikkeling in situ op het niveau van het landbouwbedrijf;
- F600: controle op het landbouwbedrijf of via teledetectie
- als brandstof voor de verwarming van zijn landbouwbedrijf,
- F600: controle op het landbouwbedrijf of via teledetectie
- als brandstof voor de verwarming van hun landbouwbedrijf,
- werkzaamheden op het landbouwbedrijf (exclusief huishoudelijk werk) overeenkomstig de indeling:
- de hoeveelheid en soort dierlijke mest die door het landbouwbedrijf aan anderen of door anderen aan het landbouwbedrijf wordt geleverd;
- de hoeveelheid en soort dierlijke mest die door het landbouwbedrijf aan anderen of door anderen aan het landbouwbedrijf wordt geleverd;