Betekenis van:
leefbaar

leefbaar
Bijvoeglijk naamwoord
  • geschikt om te leven
"een leefbaar milieu"
"een leefbare situatie"
leefbaar
Bijvoeglijk naamwoord
  • lonend; rendabel; winstgevend; voordelig; lucratief; economisch rendabel; rendabel

Synoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. zij moeten aantonen dat zij economisch leefbaar zijn;
  2. indien technisch haalbaar en economisch leefbaar, afgewerkte oliën met uiteenlopende eigenschappen niet worden gemengd en dat afgewerkte olie niet wordt gemengd met andere soorten afvalstoffen of stoffen, indien dit de verwerking ervan belemmert.
  3. De bevoegde autoriteit schrijft voor dat er aan boord van schepen frequent controles plaatsvinden, door of namens de kapitein, om te waarborgen dat de accommodaties van de zeevarenden schoon en leefbaar zijn en goed worden onderhouden.
  4. Teneinde tot een doeltreffende concentratie van het aanbod te komen, moeten de groeperingen aantonen dat zij groot genoeg zijn om economisch leefbaar te zijn, en moet de gehele productie van de producenten hetzij rechtstreeks door de groepering, hetzij door de producenten in de handel worden gebracht volgens gemeenschappelijke regels.
  5. Voorwaarden creëren voor een leefbaar functioneren van alle geloofsgemeenschappen overeenkomstig de praktijk in de lidstaten; dit impliceert juridische en gerechtelijke bescherming (onder meer door de mogelijkheid om rechtspersoonlijkheid te verkrijgen) van deze gemeenschappen, van hun leden en bezittingen, van het onderricht, van de aanwijzing en opleiding van geestelijken en eigendomsrechten overeenkomstig Protocol nr. 1 van het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens.