Betekenis van:
leeg

leeg
Bijvoeglijk naamwoord
  • niets bevattend, zonder inhoud, last, opschrift enz.
"een lege maag"
"met lege handen staan"

Synoniemen

leeg
Bijvoeglijk naamwoord
  • nietszeggend; zonder inhoud; zonder inhoud

Synoniemen

Hyperoniemen

leeg
Bijvoeglijk naamwoord
  • zonder inhoud

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. De autobatterij is leeg
  2. De batterij is leeg!
  3. Al de dozen zijn leeg.
  4. Ik heb de doos leeg gevonden.
  5. De tuin is leeg en bruin.
  6. De doos was leeg toen ik hem openmaakte.
  7. De batterij van mijn mp3-speler was leeg.
  8. Deze doos is leeg. Er zit niets in.
  9. Ze zat op een leeg strand naar de één voor één aanspoelende golven te kijken.
  10. Als je binnen drie minuten je bord niet leeg hebt, krijg je geen toetje.
  11. Leeg/
  12. LEEG
  13. leeg
  14. Geval A: leeg
  15. die leeg zijn; of