Betekenis van:
lekker

lekker
Bijvoeglijk naamwoord
  • tot eigen genoegen
"lekker dom"

Hyperoniemen

lekker
Bijvoeglijk naamwoord
  • aangenaam van smaak
"lekker eten"
"iemand lekker maken"

Synoniemen

lekker
Bijvoeglijk naamwoord
  • leuk; aangenaam, prettig; aangenaam, plezierig; met een positieve waardering; prettig; plezierig; prettig; heel prettig
"niet lekker zitten"
"een lekker stuk"

Synoniemen

lekker
Bijvoeglijk naamwoord
  • een aangename geur verspreidend
"lekker ruiken"
"een lekker geurtje"

Synoniemen

lekker
Bijvoeglijk naamwoord
  • aangenaam van smaak

Voorbeeldzinnen

  1. Vind je appels lekker?
  2. Het is lekker!
  3. Deze bloem ruikt lekker.
  4. Slaap lekker, Timmy.
  5. Lekker weertje hè?
  6. Dit is erg lekker.
  7. Ik voel me niet lekker.
  8. Deze wijn is erg lekker.
  9. Ze is een lekker meisje.
  10. Wat je van ver haalt, is lekker.
  11. Het eten ziet er erg lekker uit.
  12. Vind je appels of sinaasappels lekker?
  13. Welterusten en slaap lekker!
  14. Als je bier lekker vindt, dan vind je wijn misschien ook lekker.
  15. Mijn vader zal morgen lekker eten voor mij klaarmaken.