Betekenis van:
lekker
lekker
Bijvoeglijk naamwoord
- aangenaam van smaak
"lekker eten"
"iemand lekker maken"
Synoniemen
lekker
Bijvoeglijk naamwoord
- een aangename geur verspreidend
"lekker ruiken"
"een lekker geurtje"
Synoniemen
lekker
Bijvoeglijk naamwoord
- aangenaam van smaak
Voorbeeldzinnen
- Vind je appels lekker?
- Het is lekker!
- Deze bloem ruikt lekker.
- Slaap lekker, Timmy.
- Lekker weertje hè?
- Dit is erg lekker.
- Ik voel me niet lekker.
- Deze wijn is erg lekker.
- Ze is een lekker meisje.
- Wat je van ver haalt, is lekker.
- Het eten ziet er erg lekker uit.
- Vind je appels of sinaasappels lekker?
- Welterusten en slaap lekker!
- Als je bier lekker vindt, dan vind je wijn misschien ook lekker.
- Mijn vader zal morgen lekker eten voor mij klaarmaken.