Betekenis van:
lel
lel (de ~ | meervoud lellen)
Zelfstandig naamwoord
- hangend stuk huid of vlees
"de lel aan de bek van een haan"
Hyperoniemen
Hyponiemen
lel (de ~ | meervoud lellen)
Zelfstandig naamwoord
- harde klap; harde klap; harde klap; harde klap; harde klap; klap; opdonder; harde klap of stoot; harde klap of trap; flinke klap; hard schot; harde klap
"een lel krijgen"
"iemand een lel geven/verkopen"
Synoniemen
- oplawaai
- aai
- baffer
- beuk
- doodklap
- dreun
- hijs
- kleun
- opdoffer
- opdonder
- oplazer
- opsodemieter
- opstopper
- optater
- peut
- peuter
- watjekouw
- ram
- poeier
- hengst
- loeier
- opduvel
Hyperoniemen
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- 10 % onderste explosiegrens (LEL) van een propaan-luchtmengsel, en