Betekenis van:
lelijk
lelijk
Bijvoeglijk naamwoord
- onprettig om naar te kijken, niet mooi
"Dat is een lelijk huis."
lelijk
Bijvoeglijk naamwoord
- dat de zinnen, vooral het gezicht, onaangenaam aandoet
"zo lelijk als de nacht"
"lelijk kijken"
Synoniemen
lelijk
Bijvoeglijk naamwoord
- niet bevorderlijk voor zeker doel
"lelijk terechtkomen"
"er lelijk naast zitten"
Synoniemen
Hyperoniemen
Voorbeeldzinnen
- Deze stoel is lelijk.
- Ze had een lelijk kleed aan.