Betekenis van:
lellen

lel (de ~ | meervoud lellen)
Zelfstandig naamwoord
  • iem. die of iets dat groot is in zijn soort
"een lel van een huis/tuin"

Synoniemen

Hyperoniemen

lel (de ~ | meervoud lellen)
Zelfstandig naamwoord
  • hard schot; trap of schot; zeer hard schot
"de lange lel naar voren als favoriet aanvalsmiddel"
"de bal een lel geven"

Synoniemen

Hyperoniemen

lel (de ~ | meervoud lellen)
Zelfstandig naamwoord
  • hangend stuk huid of vlees
"de lel aan de bek van een haan"

Hyperoniemen

Hyponiemen

lel (de ~ | meervoud lellen)
Zelfstandig naamwoord
  • harde klap; harde klap; harde klap; harde klap; harde klap; klap; opdonder; harde klap of stoot; harde klap of trap; flinke klap; hard schot; harde klap
"een lel krijgen"
"iemand een lel geven/verkopen"

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. bacteriële cellulitis van kam en lellen.
  2. De kammen en lellen zijn cyanotisch en gezwollen, met aan de uiteinden soms petechiën en ecchymose.
  3. andere ziekten die zwelling van de kammen en lellen veroorzaken, zoals:
  4. bij pluimvee, de kop — met uitzondering van de kam en de oorschelpen, de lellen en de caruncula —, de slokdarm, de krop, de darmen en de voortplantingsorganen.
  5. Histologisch wordt AI gekenmerkt door vaatafwijkingen met als gevolg oedeem, bloedingen en perivasculaire cuffing, met name in myocard, milt, longen, hersenen, pancreas en lellen.
  6. „Zieke” dieren vertonen in de regel één van de volgende symptomen, „ernstig zieke” dieren meer dan één: ademhalingsstoornissen, depressie, diarree, cyanose van onbeschermde huid of lellen, oedeem van kop en/of aangezicht, neurologische symptomen.