Betekenis van:
leugenaar

leugenaar (de ~ | meervoud leugenaars)
Zelfstandig naamwoord
  • iemand die (vaak) liegt; onoprecht persoon; kind dat liegt; iemand die (vaak) liegt

Synoniemen

Hyperoniemen

leugenaar
Zelfstandig naamwoord
  • iemand die liegt

Voorbeeldzinnen

  1. Hij is een notoire leugenaar.
  2. Hij is niets dan een leugenaar.
  3. Het bleek, dat hij niets anders was dan een leugenaar.
  4. Een leugenaar moet veel onthouden