Betekenis van:
leunstoel
leunstoel
Zelfstandig naamwoord
- een stoel met leuningen om lekker in te zitten
"Opa zat graag in zijn leunstoel."
leunstoel (de ~ | meervoud leunstoelen)
Zelfstandig naamwoord
- ruime, makkelijke stoel; makkelijke leunstoel; gemakkelijke stoel