Betekenis van:
lichtbundel

Voorbeeldzinnen

1. Helling van de gedimde lichtbundel
2. Aanduiding van het deel van de lichtbundel en voorschriften
3. de aard van de geproduceerde lichtbundel (dimlicht, grootlicht of beide);
4. Figuur A.8-2 Oriëntatie van een gedeeltelijke lichtbundel
5. Meting van de verandering van de helling van een gedimde lichtbundel als functie van de belasting
6. De hoek van de gedimde lichtbundel wordt bepaald bij de volgende beladingen:
7. „Oriëntatie”: de positie van de lichtbundel of een deel ervan op een meetscherm overeenkomstig de voorschriften;
8. De hoek van de gedimde lichtbundel wordt bepaald bij de volgende beladingen:
9. De hoek van de gedimde lichtbundel wordt bepaald bij de volgende beladingen:
10. Het omlaag brengen van de gedimde lichtbundel moet steeds op één van de volgende manieren plaatsvinden:
11. Continu verstelbare inrichtingen moeten zijn voorzien van merktekens die de belastingstoestanden aangeven waarbij de gedimde lichtbundel moet worden bijgesteld.
12. Bijlage 6 — Meting van de verandering van de helling van de gedimde lichtbundel als functie van de belasting
13. „Afstelling”: het gebruik van de door het systeem geboden middelen voor de verticale en/of horizontale oriëntatie van de lichtbundel;
14. Na afstelling van de begininstelling moet de verticale helling van de gedimde lichtbundel, uitgedrukt in %, worden gemeten in statische toestand in alle in bijlage 5 omschreven belastingstoestanden.
15. Het moet mogelijk zijn het middengedeelte van het diafragma zodanig van de lichtbundel te verwijderen dat het precies naar zijn oorspronkelijke stand terugkeert.