Betekenis van:
lichtstraal

lichtstraal (de ~ | meervoud lichtstralen)
Zelfstandig naamwoord
  • bundel licht of warmte; smalle bundel licht
"invallende/uittredende lichtstralen"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. van de binnenkant, bijvoorbeeld door een knop in te drukken of een lichtstraal te onderbreken, en
  2. Wanneer de lichtstraal van de opaciteitsmeter niet wordt geblokkeerd, moet de aflezing worden afgesteld op 0,0 % ± 1,0 % opaciteit.
  3. De afstand tussen de lampen, de hoogte boven de spoorstaven, de diameter, de lichtsterkte, de afmetingen de vorm van de lichtstraal overdag en's nachts moeten worden genormaliseerd.
  4. Indien een passagier het voertuig tijdens deze periode betreedt of verlaat, moet een veiligheidsvoorziening (bijv. een treeplankcontact, een lichtstraal, een klaphek) ervoor zorgen dat de aan het sluiten van de deur voorafgaande periode voldoende wordt verlengd.