Betekenis van:
liefde
liefde
Zelfstandig naamwoord
- uiting of gevoel van grote genegenheid en/of het zich aangetrokken voelen
"Mijn liefde voor hem."
liefde (de ~)
Zelfstandig naamwoord
- warme belangstelling
"liefde voor [de kunst/muziek/het vaderland]"
"(zijn/haar werk) met liefde (doen)"
Hyperoniemen
liefde
Zelfstandig naamwoord
- uiting of gevoel van grote rechtstreekse betrokkenheid
"Liefde voor het bouwen."
liefde (de ~ | meervoud liefdes, liefden)
Zelfstandig naamwoord
- liefde; sterke genegenheid
"liefde opvatten voor iemand"
"betaalde liefde"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- Liefde en vrede.
- Liefde is blind.
- Ze spraken over liefde.
- Kinderen hebben liefde nodig.
- Liefde kent geen grenzen.
- Geen liefde zonder jaloezie.
- Geen liefde zonder jaloezie.
- Een kind heeft liefde nodig.
- Liefde kun je niet verspillen.
- Tom was Mary's eerste liefde.
- Hij is mijn eerste liefde.
- Liefde is van nature blind.
- Verwar medelijden nooit met liefde.
- Verwar verlangen niet met liefde.
- Boven alles hebben kinderen liefde nodig.