Betekenis van:
lier

lier (de ~ | meervoud lieren)
Zelfstandig naamwoord
  • hijswerktuig
"het loopt/gaat als een lier"
"een elektrische lier"

Hyperoniemen

lier (de ~ | meervoud lieren)
Zelfstandig naamwoord
  • oud Grieks tokkelinstrument
"zijn lier aan de wilgen hangen"

Hyperoniemen

lier (de ~ | meervoud lieren)
Zelfstandig naamwoord
  • snaarinstrument
"branden als een lier"

Synoniemen

Hyperoniemen

Lier
Zelfstandig naamwoord
  • sterrenbeeld

Hyperoniemen

lier
Zelfstandig naamwoord
  • een Grieks snaarinstrument
lier
Zelfstandig naamwoord
  • een werktuig met kabel en wielen/trommels, dat gebruikt wordt om te hijsen, slepen of trekken

Voorbeeldzinnen

  1. 30, 31 en 33 Elke liertrommel moet geteld worden als één lier, ongeacht het aantal ankers of sleepkabels dat ermee verbonden is.
  2. Dreggen die in ondiep water, met of zonder vaartuig, met de hand of met een handbediende lier worden getrokken voor de vangst van tweekleppigen, buikpotigen of sponsen (handdreggen), worden voor de toepassing van deze verordening niet als gesleept vistuig beschouwd;
  3. „gesleepte vistuigen”: vistuigen, met uitzondering van sleeplijnen, die worden gesleept door het motorvermogen van het vissersvaartuig of die door middel van een lier worden opgehaald terwijl het vissersvaartuig geankerd ligt of langzaam vaart, met inbegrip van met name sleepnetten en dreggen:
  4. In besluit nr. 85/10 bis uit 1985 was bepaald dat een verbouwing van een vaartuig van minder dan 18 meter die ten minste 25000 Franse frank (FRF) kostte, voor steun in aanmerking kwam als die verbouwing tot doel had het visserijpotentieel belangrijk te verbeteren (lier, nettenophaalinrichting, echolood, portaal, navigatieapparatuur, nettentrommel, enz.) en gekoelde bewaring van de vis mogelijk te maken of het energierendement van de voortstuwingsmiddelen te verbeteren (dieselmotor met een aan de grootte van het vaartuig aangepast vermogen, schroef met verstelbare spoed, straalbuis, enz.).