Betekenis van:
lijm
lijm (de ~)
Zelfstandig naamwoord
- plaksel; lijm; stad in Duitsland
"lijm snuiven"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
lijm
Zelfstandig naamwoord
- tussenstof die twee of meer delen permanent aan elkaar bevestigt
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- lijm–
- lijm:
- Lijm
- Lijm
- Lijm
- lijm:– 0
- Lijm bestaande uit:
- Eiwitstoffen; lijm; enzymen
- CPA 20.52.10: Lijm
- Lijm van caseïne
- Vervaardiging van lijm
- NACE 20.52: Vervaardiging van lijm
- EIWITSTOFFEN; GEWIJZIGD ZETMEEL; LIJM; ENZYMEN
- Hoofdstuk 35: Eiwitstoffen; gewijzigd zetmeel; lijm; enzymen
- Aangemaakte lijm en andere aangemaakte kleefmiddelen, n.e.g.