Betekenis van:
lijnen

lijnen
Werkwoord
  • een dieet volgen om een mooier figuur te krijgen
"Ook veel meisjes met een normaal gewicht lijnen ongezond."
lijn (de ~ | meervoud lijnen)
Zelfstandig naamwoord
  • verzameling punten op een rij, uitgebreidheid met maar één afmeting
"de lijn doortrekken"
"er zit geen/weinig lijn in"

Hyperoniemen

Hyponiemen

lijn (de ~ | meervoud lijnen)
Zelfstandig naamwoord
  • regel in een tekst; reeks woorden over een bepaalde breedte geschreven of gedrukt
"de [volgende] lijn"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

lijn (de ~ | meervoud lijnen)
Zelfstandig naamwoord
  • (al dan niet tastbare) verbinding; verkeersmogelijkheid
"op de lijn"
"De Lijn"

Synoniemen

Hyperoniemen

lijn (de ~ | meervoud lijnen)
Zelfstandig naamwoord
  • touw
"langzaam/rustig/kalmpjes aan, dan breekt het lijntje niet"
"aan de lijn hangen"

Hyperoniemen

Hyponiemen

Werkwoord

lijnen
een vervoeging van aanlijnen
lijnen
een vervoeging van aflijnen
lijnen
een vervoeging van uitlijnen

Voorbeeldzinnen

  1. De dikke lijnen op de kaart zijn wegen.
  2. Lijnen
  3. Alle lijnen
  4. permanent op Ts-lijnen,
  5. lijnen en baanapparatuur;
  6. Lijnen van categorie I
  7. % Lijnen met treinbeveiliging
  8. Haken en lijnen (n.e.g.)
  9. lijnen voor personenvervoer;
  10. Lijnen van categorie III
  11. lijnen voor personenvervoer;
  12. alle TEN-lijnen,
  13. Lijnen van categorie I
  14. permanent op Ts-lijnen.
  15. Bestaande lijnen van categorie I