Betekenis van:
lijst

lijst (de ~ | meervoud lijsten)
Zelfstandig naamwoord
  • opsomming van onder elkaar geplaatste namen van personen of zaken
"een lijst van [deelnemers/genodigden/benodigdheden/aanwinsten]"
"een lijst(je) bijhouden"

Hyperoniemen

Hyponiemen

lijst (de ~ | meervoud lijsten)
Zelfstandig naamwoord
  • vooruitspringende rand aan een gebouw of meubel
"Het huis had boven de gevel een witgeverfde lijst."
"De lijst van een kast."

Hyperoniemen

Hyponiemen

lijst
Zelfstandig naamwoord
  • een opsomming van zaken die onder elkaar staan
"Ik heb die belangrijke lijst thuis laten liggen."
lijst
Zelfstandig naamwoord
  • een rand in een speciale vorm om iets in te vatten, zoals een schilderij
"Kijk toch eens naar die mooie lijst om dat portret."
lijst
Zelfstandig naamwoord
  • een kader of omtrek
"Op die afbeelding hebben alle afbeeldingen een lijst."
lijst
Zelfstandig naamwoord
  • een vooruitspringende rand aan een gebouw
"De lijst van die gevel is niet erg mooi."
lijst (de ~ | meervoud lijsten)
Zelfstandig naamwoord
  • lijst v.e. omraming; omlijstende rand
"een vergulde lijst"

Synoniemen

Hyperoniemen

lijst (de ~ | meervoud lijsten)
Zelfstandig naamwoord
  • lijst, omlijsting, met name omlijning van typografisch zetsel of van een bladspiegel in dag- of weekblad

Synoniemen

Hyperoniemen

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Jouw naam staat bovenaan de lijst.
  2. Mijn taal staat niet op de lijst!
  3. Vind je de lijst van dit schilderij mooi?
  4. Zet je naam op de lijst en geef hem door aan de volgende persoon.
  5. We presenteren hier een lijst met vaak gestelde vragen over Esperanto.
  6. Lijst
  7. Lijst III
  8. ZGW-lijst
  9. Lijst II
  10. Geaggregeerde lijst
  11. Lijst I
  12. Lijst minimumapparatuur
  13. Celex-lijst;
  14. COMMUNAUTAIRE LIJST
  15. Aanvullende lijst