Betekenis van:
loge
loge (de ~ | meervoud loges)
Zelfstandig naamwoord
- vereniging van vrijmetselaars
"De loge kwam iedere vrijdag bijeen."
Hyperoniemen
loge (de ~ | meervoud loges)
Zelfstandig naamwoord
- hokje waarin de portier zit
"Vlak voor de uitgang groette hij de portier in de loge."
Hyperoniemen
logé (de ~ | meervoud logés)
Zelfstandig naamwoord
- gast voor de nacht; iemand die blijft overnachten
"logés hebben"