Betekenis van:
logeren
logeren
Werkwoord
- (iemand) in huis opnemen, herbergen
"Tom heeft laatst zonder problemen een volstrekte vreemde gelogeerd."
logeren
Werkwoord
- als gast verblijven
"logeren bij iemand"
"logeren in een plaats"
Hyperoniemen
logeren
Werkwoord
- (bij iemand) blijven slapen
"De jongen mocht logeren bij een vriendje."
logeren
Werkwoord
- opgesloten zitten; in de gevangenis straf ondergaan; gevangen zitten; gevangen zitten
Synoniemen
Hyperoniemen
Voorbeeldzinnen
- Ik ga bij mijn tante op Hawaï logeren.