Betekenis van:
loodrecht
loodrecht
Bijvoeglijk naamwoord
- in een hoek van negentig graden; een rechte hoek vormend; loodrecht
"loodrecht staan op"
"een loodrechte lijn"
Synoniemen
Hyperoniemen
loodrecht
Bijvoeglijk naamwoord
- verticaal, in één lijn met het middelpunt van de aarde
"De raket vloog loodrecht omhoog."
loodrecht
Bijvoeglijk naamwoord
- in een rechte hoek (90 graden)
Voorbeeldzinnen
- loodrecht h [m]
- een trektest loodrecht op de omtreklas;
- een trektest loodrecht op de langslas;
- De plaat moet loodrecht of nagenoeg loodrecht op het symmetrievlak van de trekker staan.
- 5 g in horizontale richting loodrecht op de rijrichting
- moet loodrecht staan op het middenlangsvlak van het voertuig;
- Het testlichaam moet loodrecht op deze bewegingsrichting worden gehouden.
- indien het proefstuk loodrecht op de walsrichting is uitgenomen
- 8 g in horizontale richting loodrecht op de rijrichting
- Oefen zodanig kracht uit dat de scheidingslijn tussen het plakband en de plaat loodrecht op deze kracht en loodrecht op de plaat staat.
- 5 % voor het vlak loodrecht op de overlangse symmetrieas van het voertuig.
- slechts aan de voorzijde is vastgemaakt over de kuil en loodrecht staat op de lengteas;
- de hartlijn van de gleuf loodrecht staat op de hartlijn van de wagen;
- Het horizontale vlak, het langsvlak en het zijvlak staan loodrecht op elkaar (zie figuur 2).
- „dwarsvlak”: het verticale dwarsvlak, loodrecht op het middellangsvlak van het voertuig;