Betekenis van:
luisteraar
luisteraar (de ~ | meervoud luisteraars)
Zelfstandig naamwoord
- iemand die luistert
"luisteraars van [Radio 3]"
"trouwe/aandachtige luisteraars"
Hyperoniemen
Hyponiemen
Voorbeeldzinnen
- Hij weet de spreker/luisteraar-verhouding doeltreffend te beheren.