Betekenis van:
macho

macho (de ~ | meervoud macho's)
Zelfstandig naamwoord
  • zich stoer voordoende man; man die zich stoer gedraagt
"een stoere macho"

Synoniemen

Hyperoniemen

macho
Bijvoeglijk naamwoord
  • stoer; als (van) een haantje
"een macho kerel"

Synoniemen

Hyperoniemen