Betekenis van:
macht
macht (de ~)
Zelfstandig naamwoord
- gezag en/of invloed
"kennis is macht"
"de ouderlijke macht"
Hyperoniemen
Hyponiemen
macht
Zelfstandig naamwoord
- het vermogen zijn wil op te leggen
"De macht van de grote banken is in het Amerikaanse Congress goed te voelen."
macht
Zelfstandig naamwoord
- een staat die zijn macht doet gevoelen
"Van een wonderbaarlijk wereldrijkje zijn we vervallen tot een economisch machtje zonder inspraak in de wereldpolitiek."
macht
Zelfstandig naamwoord
- ''met man en ~'': met inzetting van alle beschikbare middelen
"De stad werd met man en macht verdedigd."
macht (de ~ | meervoud machten)
Zelfstandig naamwoord
- het kunnen; dat waartoe iem. of iets in staat is; vermogen; seksueel vermogen v.d. man
"de macht over [het stuur]"
"boven je macht (werken)"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
Voorbeeldzinnen
- Kennis is macht.
- Kennis is macht.
- Macht en geld zijn onafscheidelijk.
- Drie tot de derde macht is zevenentwintig.
- Drie tot de derde macht is zevenentwintig.
- Drie tot de derde macht is zevenentwintig.
- De koning maakte misbruik van zijn macht.
- Wetenschap (kennis) is macht
- Goud is macht
- De macht der gewoonte is groot
- Door eensgezindheid groeien kleine dingen", "Eendracht maakt macht
- Haat, zonder macht om er aan te voldoen, is ijdel
- Noch macht, noch rijkdom, maar slechts het gezag van de wetenschap blijft bestaan
- Leden van de rechterlijke macht
- Hoofdstuk 23: Rechterlijke macht en fundamentele rechten