Betekenis van:
mama

mama
Zelfstandig naamwoord
  • informele benaming voor moeder door haar kind.
mama (de ~ | meervoud mama's)
Zelfstandig naamwoord
  • vrouw die kinderen heeft gekregen; moeder; moeder; moeder

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. Welterusten, mama.
  2. Mama heeft dit gordijn gekozen.
  3. Mama heeft de tafel gedekt.
  4. Mama zal zeker razend zijn.
  5. Ik gaf het aan mijn mama.
  6. Ik wil een plant aan mama geven.
  7. Ik wil een plant aan mama geven.
  8. Mama kocht een mooie pop voor mij.
  9. Mama is een taart aan het maken.
  10. Mama, waarom heb ik geen oom met een baard?
  11. Geboren rond 1957 te Mama