Betekenis van:
mankeren

mankeren
Werkwoord
  • ''iets ~ aan'': een gebrek vertonen
"Er mankeerde van alles aan die vertaling."
mankeren
Werkwoord
  • ''iets ~'': een ziekte of gebrek hebben
"Hij heeft nog nooit iets gemankeerd."
mankeren
Werkwoord
  • ontbreken; mankeren; er niet zijn; ontbreken
"ergens aan mankeren"
"het mankeert hem aan [technisch inzicht/geldig vervoerbewijs]"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

mankeren
Werkwoord
  • mankeren

Synoniemen

Hyperoniemen