Betekenis van:
marter

marter (de ~ | meervoud marters)
Zelfstandig naamwoord
  • bont van dit zoogdier
"Een jasje van marter"

Synoniemen

Hyperoniemen

marter
Zelfstandig naamwoord
  • een roofdier met een lange staart en een meestal bruine pels

Voorbeeldzinnen

  1. Maleise bonte marter
  2. Bezems en borstels (met uitzondering van bezems, heiboenders en dergelijk borstelwerk, bestaande uit samengebonden materialen, ook indien met steel, alsmede borstels vervaardigd uit marter- of eekhoornhaar), met de hand bediende mechanische vegers zonder motor, penselen, kwasten en plumeaus, verfkussens en verfrollen, wissers van rubber of van andere soepele stoffen
  3. Bezems en borstels (met uitzondering van bezems, heiboenders en dergelijk borstelwerk, bestaande uit samengebonden materialen, ook indien met steel, alsmede borstels vervaardigd uit marter- of eekhoornhaar), met de hand bediende mechanische vegers zonder motor, penselen, kwasten en plumeaus, verfkussens en verfrollen, wissers van rubber of van andere soepele stoffen