Betekenis van:
mast
mast (de ~ | meervoud masten)
Zelfstandig naamwoord
- lange opstaande paal, op schepen
"in de mast"
"voor de mast zitten"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
mast (de ~ | meervoud masten)
Zelfstandig naamwoord
- mast met een zendantenne
Hyperoniemen
Hyponiemen
mast
Zelfstandig naamwoord
- lange, rechtop staande paal midden op het schip waaraan vlaggen, zeilen en/of ra's bevestigd kunnen worden
mast
Zelfstandig naamwoord
- palen waartussen (elektriciteits- of telefoon-)draden gespannen kunnen worden
mast
Zelfstandig naamwoord
- lange paal voor vlaggen - vlaggenmast
mast
Zelfstandig naamwoord
- hoge antenne
mast
Zelfstandig naamwoord
- varkensvoer, bestaande uit eikels en beukenoten
mast
Zelfstandig naamwoord
- lange, rechtop staande paal midden op het schip waaraan vlaggen, zeilen en/of ra's bevestigd kunnen worden
mast
Zelfstandig naamwoord
- palen waartussen (elektriciteits- of telefoon-)draden gespannen kunnen worden
mast
Zelfstandig naamwoord
- lange paal voor vlaggen - vlaggenmast
mast
Zelfstandig naamwoord
- hoge antenne
mast
Zelfstandig naamwoord
- varkensvoer, bestaande uit eikels en beukenoten
mast (de ~ | meervoud masten)
Zelfstandig naamwoord
- mast die elektrische hoogspanningskabels steunt en leidt
Synoniemen
Hyperoniemen
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- Mast mit … % …
- „zur Mast eingeführte Rinder”
- „zur Mast eingeführte lebende Tiere”
- zwengels op de mast- en kokerlieren.
- in het Duits „Lebende männliche Rinder mit einem Gewicht von höchstens 300 kg je Tier, zur Mast bestimmt (Verordnung (EG) Nr. 800/2006)”
- De mast van iedere eindmarkeringsboei steekt ten minste 1,5 m uit boven het zeeniveau, gemeten vanaf de bovenkant van de drijver.
- in het Duits Lebende männliche Rinder mit einem Gewicht von höchstens 300 kg je Tier, zur Mast bestimmt (Verordnung (EG) Nr. 1202/2004)