Betekenis van:
materiaal
materiaal (het ~ | meervoud materialen)
Zelfstandig naamwoord
- gegevens voor een te produceren werkstuk
"Ik heb niet genoeg materiaal voor een paper."
"Je moet het materiaal overzichtelijk in je artikel beschrijven."
Hyperoniemen
materiaal
Zelfstandig naamwoord
- een tastbare stof
"Van welk materiaal is die brug gemaakt?"
Voorbeeldzinnen
- Ik wil een pak gemaakt van dit materiaal.
- Ik heb nog niet genoeg materiaal verzameld om een boek te kunnen schrijven.
- Materiaal
- Materiaal
- Materiaal: …
- Materiaal
- Materiaal:
- Begeleidend materiaal
- Onboekbaar materiaal
- „gecertificeerd materiaal”:
- (isolerend materiaal)
- Materiaal A
- Los materiaal
- het materiaal;
- Organisch materiaal