Betekenis van:
matje
matje (het ~ | meervoud matjes)
Zelfstandig naamwoord
- vloerkleed van biezen of touw; mat
"iemand op het matje roepen"
"op het matje moeten komen (bij iemand)"
Synoniemen
Hyperoniemen
matje (het ~ | meervoud matjes)
Zelfstandig naamwoord
- lang nekhaar bij een verder kort kapsel
Hyperoniemen
Voorbeeldzinnen
- Hij is betrapt op spieken tijdens het examen en werd op het matje geroepen.