Betekenis van:
meer
meer (het ~ | meervoud meren)
Zelfstandig naamwoord
- geheel door land omsloten, met water gevuld bekken
"de Friese meren"
Hyperoniemen
Hyponiemen
meer
Zelfstandig naamwoord
- een groot water dat helemaal omringd is door land.
meer
Zelfstandig naamwoord
- een groot water dat helemaal omringd is door land.
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- Meer kinderen, meer handen.
- Hoe meer zielen, hoe meer vreugd.
- Ze heeft meer boeken.
- Ik wil veel meer.
- Laat ons meer doen.
- Eet meer groenten.
- Hoe meer, hoe beter.
- Ik wil veel meer.
- Eet meer verse groenten.
- Europa heeft meer cultuur!
- Ze heeft meer boeken.
- Hoe meer contact tussen de mensen, hoe meer misverstanden.
- Het Meer van Genève is het grootste meer van Zwitserland.
- Ik heb meer tijd nodig.
- Ik ben geen kind meer.