Betekenis van:
mekkeren

mekkeren
Werkwoord
  • iemand zingend in slaap wiegen
"Zijn moeder moest hem altijd rustig mekkeren, anders bleef hij de hele nacht wakker."
mekkeren
Werkwoord
  • het geluid van een geit maken
"Als ik de geiten in de wei hoor mekkeren weet ik dat ik dichtbij huis ben."
mekkeren
Werkwoord
  • zeuren
"Zit toch niet zo te mekkeren en eet je eten op!"
mekkeren
Zelfstandig naamwoord
  • het voor schapen kenmerkende geluid laten horen
"mekkeren over (slechte serviceverlening)"

Synoniemen

Hyperoniemen