Betekenis van:
melk
melk
- Wittige vloeistof uitgescheiden door de moederklier voor de voeding van het jong bestaande uit koolwaterstoffen, proteïnen, vetten, minerale zouten, vitaminen en antistoffen.
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- Melk? Suiker?
- Alle melk was gemorst.
- Tom morste de melk.
- Ik dronk melk.
- Melk maakt ons sterk.
- Koeien geven melk.
- Ik wil helemaal geen melk.
- Kaas wordt gemaakt van melk.
- Ik kocht twee flessen melk.
- We kunnen geen melk drinken.
- Het glas is vol melk.
- De baby weende om melk.
- Ik drink gewoonlijk veel melk.
- Je moet melk, eieren, boter enzovoorts kopen.
- Er is weinig melk in het glas.