Betekenis van:
melk

melk
  • Wittige vloeistof uitgescheiden door de moederklier voor de voeding van het jong bestaande uit koolwaterstoffen, proteïnen, vetten, minerale zouten, vitaminen en antistoffen.

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Melk? Suiker?
  2. Alle melk was gemorst.
  3. Tom morste de melk.
  4. Ik dronk melk.
  5. Melk maakt ons sterk.
  6. Koeien geven melk.
  7. Ik wil helemaal geen melk.
  8. Kaas wordt gemaakt van melk.
  9. Ik kocht twee flessen melk.
  10. We kunnen geen melk drinken.
  11. Het glas is vol melk.
  12. De baby weende om melk.
  13. Ik drink gewoonlijk veel melk.
  14. Je moet melk, eieren, boter enzovoorts kopen.
  15. Er is weinig melk in het glas.