Betekenis van:
menigte

menigte
Zelfstandig naamwoord
  • een grote groep mensen dicht op elkaar
"De menigte was op weg van het station naar het stadion."
menigte (de ~ | meervoud menigten, menigtes)
Zelfstandig naamwoord
  • grote drom mensen
"een uitzinnige/joelende menigte"
"een menigte mensen"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

menigte
Zelfstandig naamwoord
  • een grote hoeveelheid
menigte
Zelfstandig naamwoord
  • een weg die toegang verschaft tot een woning of ander gebouw.

Synoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Een menigte verzamelde zich in deze straat.
  2. De menigte wordt groter en groter.
  3. Ze ving een glimp van hem op terwijl hij door de menigte liep.