Betekenis van:
merken
merken
Werkwoord
- iets waarnemen of herkennen
"Je kon merken dat de man het moeilijk had na het overlijden van zijn zoon."
merken
Werkwoord
- met een merk tekenen
"de bomen merken die gerooid moesten worden"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
merk (het ~ | meervoud merken)
Zelfstandig naamwoord
- naam v.d. fabrikant en diens producten; vast teken op handelswaren; eigennaam officieel gebruikt als merk
"een (on)bekend merk"
"een merk voeren"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- Ze heeft op alles en iedereen iets aan te merken.
- Merken
- merken:
- Merken
- merken:
- handelsnamen of merken;
- Verband met merken
- Omschrijving van de merken
- INTERNATIONALE INSCHRIJVING VAN MERKEN
- Merken en nummers
- Aangebrachte verzegeling: Aantal: merken:
- III. Het merken van eieren
- Het aanbrengen van de merken
- Ademhalingsbeschermingsmiddelen — Deeltjesfilters — Eisen, beproeving, merken
- „Merken en nummers der colli