Betekenis van:
meten
meten
Werkwoord
- de waarde van een bepaalde grootheid bepalen door deze te vergelijken met een ijkwaarde
"Hij mat de lengte van de kamer met een meetlat."
meten
Werkwoord
- een maat hebben
"Hij meet wel twee meter."
meten
Werkwoord
- de lengte, inhoud, temperatuur, oppervlakte enz. van (iets) bepalen
"een plein/plank/muur meten"
"de lengte/breedte/inhoud meten"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
meten
Werkwoord
- trachten een ander in een bepaald opzicht te overtreffen
"zich met iemand meten"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
meet (de ~ | meervoud meten)
Zelfstandig naamwoord
- eindpunt v.e. wedstrijd; start- of eindstreep v.e. wedstrijd; finishlijn; streep ter markering van finishplaats
"op de meet"
"van meet af aan"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- Meten van de energiebesparing
- het meten van de waterdiepte;
- het meten van de waterdiepte;
- het meten van het motorvermogen.”.
- TOLERANTIES BIJ HET METEN VAN HET NETTOVERMOGEN
- voor het meten van de spanning
- methoden en processen voor meten en karakteriseren.
- Methode voor het meten van uitsteeksels
- Referentiemethode voor het meten van zwaveldioxide
- Referentiemethode voor het meten van ozon
- Temperatuur van het te meten gas
- Apparatuur voor het meten van straling
- Uitrusting voor het meten van geluidshinder
- Systeem voor het meten van de verkeersstroom
- het meten, wegen en ijken van goederen.