Betekenis van:
mik
mik (de ~ | meervoud mikken)
Zelfstandig naamwoord
- voedsel bestaande uit gekneed, gerezen en gebakken deeg
"dikke mik!"
"het is dikke mik tussen die twee!"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
mik
Zelfstandig naamwoord
- / deel van een maststrijksysteem waarop de mast in gestreken stand rust
"In gestreken stand rust de mast in de mik."
mik
Zelfstandig naamwoord
- / handel, spul, zooi
"Ik weet niet wat ik met deze mik aanmoet."
mik
Zelfstandig naamwoord
- het mikken, het ergens op richten
mik
Zelfstandig naamwoord
- / een zwaar soort brood van in linnen zakjes gekookt ongezift roggemeel
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- ET „Mik” ul.
- Mik- en tafelspelen en uitrusting daarvoor