Betekenis van:
mineraal
mineraal
Bijvoeglijk naamwoord
- van de aard van een mineraal
"minerale oliën"
"rijk zijn aan minerale zouten"
mineraal (het ~ | meervoud mineralen)
Zelfstandig naamwoord
- erts, delfstof
Hyperoniemen
Hyponiemen
mineraal
Zelfstandig naamwoord
- een stof die in gedegen vorm in de natuur voorkomt
Voorbeeldzinnen
- Mineraal afval
- Mineraal afval
- Smeervetten; mineraal vet
- Mineraal bouw- en sloopafval
- Divers mineraal afval
- Onsamenhangend mineraal sediment
- Overig mineraal afval
- 12 Mineraal afval
- Producenten van mineraal- en bronwater
- Mineraal afval van afvalbehandeling en gestabiliseerd afval
- BRON VAN (NAAM VAN DE VITAMINE(N)) EN/OF (NAAM VAN HET MINERAAL/DE MINERALEN)
- Mineraal afval (met uitzondering van verbrandingsafval en verontreinigde grond en baggerspecie)
- BRON VAN [NAAM VAN DE VITAMINE(N)] EN/OF [NAAM VAN HET MINERAAL/DE MINERALEN]
- (Metaalafval + Niet-metaalafval + Afgedankt materiaal + Dierlijk en plantaardig afval + Mineraal afval + Verhard, gestabiliseerd en verglaasd afval)
- RIJK AAN (NAAM VAN DE VITAMINE(N)) EN/OF (NAAM VAN HET MINERAAL/DE MINERALEN)